Naamloos-1

13 “Het Open Trip Model is eigenlijk een woordenboek voor het delen van logistieke data” Wouter van den Heuvel, TLN beleidsadviseur innovatie en digitalisering In de logistiek is alles erop gericht om de juiste lading zo snel en efficiënt mogelijk op de juiste plek te krijgen. Digitalisering is daarvoor essentieel, maar het blijft moeilijk om al die verschillende software en systemen in dezelfde taal met elkaar te laten communiceren. Het Open Trip Model (OTM) biedt daarvoor een oplossing. Het OTM is een pakket afspraken voor softwareontwikkelaars in de logistiek met het doel om allemaal dezelfde begrippen te gebruiken. Voor een lading, rit, adres, transportorder en al die andere data die via computersystemen wordt uitge- wisseld. “Het is eigenlijk een woordenboek voor het delen van logistieke data. Een soort Dikke Van Dale waarin je alle begrippen kunt opzoeken, zodat alle programma’s dezelfde taal spreken”, zegt Wout van den Heuvel, beleidsadviseur digitalisering & innovatie van brancheorganisatie Transport en Logistiek Nederland (TLN). Spraakverwarring Jan Timmerman, business development manager bij Centric, vergelijkt het met de bouwtekening voor een gestandaardiseerde stekker. Als elke softwareontwikke- laar dezelfde stekker gebruikt, kunnen alle programma’s makkelijker op elkaar aansluiten. “Technische koppelingen zijn niet het probleem in de logistiek. Het is het gebruik van de verschillende termen. Voor een rit of een trip bestaan diverse begrippen. Dat levert spraakverwarring op. Daarom moeten we dat standaardiseren, zodat iedereen in de sector sneller en digitaal kan communiceren.” Andere taal Hoewel de digitalisering snel gaat in de logistiek, is data-uitwisseling soms nog een wirwar van pdf’jes, Excel-sheets, bonnetjes en telefoontjes. De meeste bedrijven hebben hun eigen systemen op orde, maar dan ontstaan er bijvoorbeeld problemen als bij drukte chauffeurs of transporteurs van buiten moeten worden ingehuurd. Van den Heuvel: “Hun softwaresystemen spreken allemaal een andere taal. De vervoerder kan zijn data dan moeilijker doorzetten naar die chauffeurs.” Sector-breed De enige oplossing is sector-brede samenwerking. De soft- wareleveranciers hebben daarvoor de Dutch Association of Logistics and Transport IT suppliers (DALTI) opgericht. Daarin werken ze samen aan gestandaardiseerde uitwisseling van data, zoals een nieuwe versie van het OTM. De transport- en logistieke sector werkt voor hetzelfde doel samen in de Stichting Uniforme Transport Code (SUTC). Van den Heuvel: “Zo houden we als branche zelf de controle”. ■ OPEN TRIP MODEL DE DIKKE VAN DALE VOOR DATA-UITWISSELING IN DE LOGISTIEK Daar komen klanten die per se willen afrekenen bij kassa 3, omdat ze een praatje willen maken met Ester. In die winkels moeten we de klanten helpen om te laten zien dat een selfscan-checkout echt wel handig kan zijn. Maar wij hebben ook een winkel in hart- je Utrecht, waar klanten met een arm vol producten richting uitgang rennen. Die hoef je niets uit te leggen, die vinden de selfscan-checkouts fantastisch. En voor klanten die op zaterdagochtend de wekelijkse bood- schappen doen, is de zelfscan-app misschien wel een uitkomst. Ik denk dat we met deze oplossing een nog veel grotere groep blij maken.” De vraag of de investering in nieuwe technologie lonend is, vindt Boon minder van belang. “Wij kijken niet zozeer naar de businesscase, maar naar de klant- beleving. Mensen vinden het prima om een half uur of drie kwartier in onze winkel door te brengen, maar als ze willen afrekenen moet dat snel gebeuren. Dan is het plezierig dat je een optie kunt kiezen die op dat moment bij je past.” Open systeem Boon Food Group kijkt tevreden terug op de beslissing om te investeren in ORS. Het systeem draait centraal in het datacenter van Centric, zodat Van Gurp er bijna geen omkijken naar heeft. Dat is een groot verschil met vroeger, toen elke winkel in feite zijn eigen server had. “Alle data staat nu centraal, wat de datakwaliteit alleen maar ten goede komt.” Daarnaast is ORS een open systeem dat relatief eenvoudig te koppelen is met bijvoorbeeld een zelfscan-app of het automatisch bestelsysteem voor aanvulling van de winkelvoorraden. Van Gurp: “Als we consumenten in de toekomst in staat willen stellen om via de app hun boodschappen te bestellen en te laten bezorgen, kan dat ook worden ondersteund met ORS. Denk bijvoorbeeld aan de orderpickmodule, waarmee het winkelpersoneel online bestellingen kan afhandelen. Of denk aan de uitlevermodule met de mogelijkheid om aan de deur te betalen. Dat we overal hetzelfde systeem kunnen gebruiken, is wel zo gemak- kelijk voor de medewerkers.” Eerstelijns helpdesk De samenwerking met Centric bevalt goed. Zoals gezegd is de implementatie en uitrol van ORS soepel verlopen. Ook over de ondersteuning daarna is Van Gurp tevreden. “Centric verzorgt de volledige onder- steuning, dus ook de eerstelijns helpdesk. Dat was in het begin wel even wennen, niet in het minst voor de winkels. Die hebben geen vast aanspreekpunt meer en moeten bij problemen opeens iemand van Centric in plaats van Boon bellen. Inmiddels weten de winkels de helpdesk goed te vinden. En ook de oplossingen van de helpdesk zijn snel en goed. Het aantal incidenten loopt drastisch terug. En eens per twee weken overleggen we met Centric hoe we de onder- steuning nog verder kunnen verbeteren.” ■ 12 Omnichannel Magazine | 2022 “Dat we voor alles hetzelfde systeem kunnen gebruiken, is wel zo gemakkelijk voor de medewerkers” Marcel van Gurp, ICT-manager Boon Food Group

RkJQdWJsaXNoZXIy MjkyNTU=