Plascobel zet in op LED

Sinds 2010 heeft Plascobel in zijn productiehal vijftien nieuwe machines geïnstalleerd. Dat past binnen de uitbreiding van de capaciteit waarbij oude en niet zo energiezuinige installaties worden vervangen. Zo worden tegelijk de oude heftrucks op gas vervangen door elektrische toestellen. In de bestaande hal wordt ook de verlichting stap voor stap aangepast en vervangen. Daarbij installeert Plascobel iedere keer nieuwe LED-armaturen. 
Yves Verdonschot, operations manager bij Plascobel: “We hebben een lichtstudie laten maken waarbij we de hoeveelheid licht voor de medewerkers wilden verhogen en tegelijk ook de stroomfactuur wilden laten dalen door een efficiëntere verlichting. Daarbij hebben we gekeken naar het alternatief van moderne TL-verlichting, de T5-armaturen, maar algauw hebben we gekozen om voor LED te gaan. De lichtproductie ligt aanzienlijk hoger, zodat we met minder lampen meer licht verkrijgen. Minder armaturen betekent ook minder bekabeling en dat helpt om de meerkosten te compenseren, samen met de ondersteuning van de overheid en natuurlijk het zuiniger verbruik van LED.” 

In de fabriek worden nu met mondjesmaat lampen vervangen door moderne armaturen. Die worden veel gerichter geplaatst om licht te geven op plaatsen waar het nodig is: bij de machines aan de zijde waar ze worden geladen en ontladen. Het management hanteert een gefaseerde aanpak om het effect van een bepaalde beslissing telkens te kunnen beoordelen en dus eventuele fouten bij toekomstige vervangingen te vermijden. 

Magazijn in twee delen

Het magazijn is verdeeld in een opslagzone en een klaarzetzone met telkens een apart lichtsysteem. Plascobel voorziet meer licht in de zone waar gewerkt wordt bij de vier laaddokken en twee laaddeuren. Daar zijn een resem armaturen gehangen (Start LED Highbay van Feilo Sylvania) met een hoge lichtoutput. In de opslagzone zijn rijen lampen gehangen boven de gangen tussen de rekken. Daar gaat het om Syl-Line LED-lichtlijnsysteem met een brede straling om over de hele hoogte van de rekken een goede verlichting te hebben. Een deel van de opslag vindt nog plaats in blokstapeling, dus zonder rekken. Voor beide types van opslag is dezelfde verlichting gekozen. 

In het nieuwe magazijn is tegelijk een lichtstraat voorzien die heel wat natuurlijk daglicht binnenlaat. “De verlichting wordt via een KNX-systeem geregeld in een combinatie met daglichtsensors en aanwezigheidsdetectoren”, licht Yves Verdonschot toe. “In de gangen hebben we de bewegingssensors onderaan de rekken laten monteren om zo een heel correcte detectie te krijgen van de mensen of voertuigen die er voorbijkomen. Dankzij LED is het mogelijk de lampen volledig uit te schakelen wanneer er niemand aanwezig is, maar wel snel aan te steken als er een medewerker wordt gedetecteerd. Voor alle duidelijkheid, dat is niet mogelijk met de oude gasontladingslampen (het duurt 15 minuten voor die voldoende lichtgeven), maar ook niet met modernere T5-armaturen. Met die oude technologie is het dan de gewoonte om de lampen op een minimale stand te dimmen, maar wel voortdurend aan te laten. We hebben ook een speciale regeling voor de dwarsgang die de verbinding met de fabriek maakt. Daar zal altijd een minimale hoeveelheid verlichting aanblijven. Op die manier willen we verhinderen dat mensen die uit de fabriek komen en het magazijn binnenstappen in een volledig donkere ruimte terechtkomen. Volgens experts doet zoiets mensen schrikken en dat willen we zeker vermijden. Met KNX kunnen we elke individuele armatuur afstellen precies zoals we willen” 

Tegelijk moeten de daglichtsensoren verhinderen dat de lampen aangaan wanneer er al voldoende zonlicht via de koepels en vensters binnenkomt. Plascobel is hier vast van plan om een goed uitgebalanceerd systeem te verkrijgen dat zuinigheid combineert met een hoog niveau van ergonomie voor de medewerkers. 

In het magazijn werd achteraf een drive-in rek geplaatst waar grote volumes van eenzelfde SKU dicht op elkaar worden gestapeld. Die drive-in rekken zijn er specifiek gekomen voor de opslag van buitenspeelgoed zoals zandschelpen en glijbanen. Plascobel heeft zich in de voorbije periode gespecialiseerd in het spuitgieten van grote stukken. “Wij beginnen waar de meeste concurrenten stoppen”, aldus Yves Verdonschot. “We werken aan een diversificatie van onze klantenportefeuille zodat we beter bestand zijn tegen crisissen in één bepaalde sector. We werken nu voor de automobielindustrie, de speelgoedsector en van oudsher zijn we gespecialiseerd in plastic bakken voor de groenten- en fruitteelt.
De grote dozen en pallets kunnen we in het drive-in rek heel dicht op elkaar stapelen en op die manier een mooie buffer opbouwen voor het moment dat het seizoen begint voor de verkoop van het buitenspeelgoed. Het nadeel van het drive-in-systeem is dat je geen FIFO kunt hanteren: wat er het laatst in gaat, moet er weer als eerste uit. Maar voor speelgoed is dat geen probleem, daar heersen geen voorschriften zoals die in de autosector bestaan. We kunnen er een duizendtal pallets met speelgoed opslaan.”

Die rekken wijken af van het traditionele patroon en staan dan ook niet gealigneerd met de lijnverlichting in de rest van de gangen. “Je zou zelfs kunnen denken dat de lampen daar niet geplaatst hoeven te worden, maar de heftruckchauffeurs zijn wel blij met de nieuwe verlichting. Wanneer ze de goederen hoog moeten stapelen, rekenen ze op een camera op de mast om de last goed te kunnen wegzetten en opnemen. Zonder verlichting zouden ze daarboven nog niets zien”, zegt Yves Verdonschot.

​Werkplaats

In een spuitgieterij nemen de mallen een heel bijzondere plaats in. Het zijn zeer kostbare apparaten en Plascobel wil ze dan ook correct behandelen. Vroeger werden ze samen met de afgewerkte producten in het magazijn opgeslagen. In het aangepaste gebouw is er nu een aparte ruimte voorzien voor de opslag van mallen als ze niet nodig zijn voor de productie. Die zaal kan met branddeuren worden afgesloten van de rest van de fabriek en het magazijn. Die herschikking komt er ook met het oog op een commerciële strategie om dichter bij de klant te staan en in dit geval duidelijk te maken dat Plascobel goed zorg draagt voor de mallen. Ook de nieuwe verlichting past in dat plaatje: het moet de bedrijfsgebouwen aantrekkelijker maken en een goede indruk geven wanneer klanten op bezoek komen. 
Yves Verdonschot: “De verlichting in de opslagruimte is beperkt, maar is voldoende om de magazijnier toe te laten de juiste mal te vinden en weg te halen. Vlak naast de opslag bevindt zich het atelier waar het onderhoud en de herstelling van mallen gebeuren. Daar is de verlichting afgestemd op het nauwkeurige werk van de technici. De highbays voorzien hen van veel meer licht dan ze gewend waren. In onze allereerste studie moesten we vaststellen dat de oude bestaande armaturen volstrekt niet voldeden. Op bepaalde plaatsen haalden we zelfs de minimumnorm niet. De nieuwe verlichting is voor onze medewerkers dan ook een zeer grote verandering die hun taak heel wat comfortabeler maakt.” 

In de werkplaats en de kluis is de sturing eerder omgekeerd. Medewerkers doen er het licht aan met een schakelaar en het gaat vanzelf uit wanneer er langer dan vijftien minuten niemand meer in de ruimte aanwezig is.